Top 3 valkuilen bij de nieuwe Wet DBA

Tot voor kort werd de VAR gebruikt om vast te stellen of bedrijven loonheffing moeten inhouden en betalen over de inkomsten van zzp'ers. Het was gemakkelijk een VAR te verkrijgen. In de ogen van de Belastingdienst wat al te gemakkelijk. De VAR is daarom afgeschaft.

Onder het nieuwe systeem gaat de Belastingdienst inhoudelijk controleren of de relatie tussen opdrachtgever en -nemer echt een opdrachtrelatie is (geen gezag), of toch meer een loondienstverband (wel gezag). Als de Belastingdienst dat laatste constateert, worden naheffingen en boetes opgelegd aan de opdrachtgever.

De vrees voor naheffingen maakt creatief. Aan opdrachtgevers worden allerlei – dubieuze en minder dubieuze – oplossingen aangeboden om het risico op naheffingen te verkleinen. Helaas wordt in veel gevallen schijnveiligheid geboden.

Dit zijn de grootste valkuilen.

1. Opdrachtgever en -nemer kunnen werken met de modelovereenkomsten die te vinden zijn op de website van de Belastingdienst. De Belastingdienst garandeert dat bij gebruikmaking van deze overeenkomsten geen naheffingen verschuldigd worden. De Belastingdienst controleert straks echter niet de inhoud van de overeenkomst, maar de werkelijke gang van zaken. Op papier zijn partijen de braafste jongetjes van de klas en heeft de opdrachtgever geen enkel gezag over de opdrachtnemer. De dagelijkse werkwijze is vaak anders. In de praktijk kwalificeert een opdrachtnemer ongemerkt al snel als werknemer.

2. De opdrachtnemer kan een bv oprichten en de opdracht uitvoeren vanuit deze bv. Dat heeft geen toegevoegde waarde. De Belastingdienst prikt daar doorheen en beoordeelt wederom de werkelijke gang van zaken. Staat de eigenaar van de bv in werkelijkheid onder gezag van de opdrachtgever, dan wordt hij gezien als werknemer.

3. Opdrachtgever en -nemer kunnen gebruikmaken van een tussenpersoon. De Staatssecretaris van Financiën heeft hierover verklaard dat tussenpersonen mogen adverteren wat ze willen (dat doen ze volop), maar dat het gebruik van zulke bureautjes geen enkele toegevoegde waarde heeft. Dat is schokkend, want tussenpersonen brengen voor hun diensten wel een flink bedrag in rekening, dat onvermijdelijk ten koste gaat van de inkomsten van de opdrachtnemer.